Wat is inclusief taalgebruik?

Je hoort het woord ‘inclusie’ steeds vaker en dat is volgens mij een goed teken. Het betekent letterlijk “de insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Inclusie staat tegenover uitsluiting en discriminatie.” (Wikipedia)
Veel activisten, maar ook mensen in het bedrijfsleven en het onderwijs strijden voor meer inclusie. Of het nu gaat om een gelijke behandeling en representatie van vrouwen, personen van kleur, LHBTIQ+- personen of mensen met een beperking: het draait om inclusie. Ook verschillende media en politieke partijen doen inmiddels hun best om meer diversiteit en inclusie te stimuleren. Zelfs Zalando lanceerde onlangs een campagne waarin ze inclusie promoten. Mijn versie van Microsoft Word zet nog steeds een rood karteltje onder het woord en geeft ‘exclusiviteit’ als suggestie. Dit geeft wel aan dat ‘inclusie’ echt een woord is dat is gaan leven vanuit de maatschappij in deze tijd en nog niet besloten zit in het traditionele vocabulaire.
In onderstaande blog geef ik een inkijkje in hoe je met je taalgebruik kunt streven naar meer inclusie. Wat zijn de moeilijkheden, wat is er al mogelijk en waar moet je zoal aan denken? Daarnaast zal ik de komende tijd vaker kortere blogs publiceren waarin ik sub-onderwerpen binnen dit thema toelicht.
Wat is inclusieve taal?
Door bepaalde woorden te gebruiken kan je mensen in- of juist uitsluiten. Het is daarom van belang om je taalgebruik kritisch te bekijken. De NS gaf een paar jaar geleden een goed voorbeeld door niet langer “dames en heren” te gebruiken, maar “beste reizigers”. Dit is een voorbeeld van inclusief taalgebruik. Iedereen in de trein is immers een reiziger, maar niet iedereen identificeert zichzelf als dame of heer. Denk bijvoorbeeld aan non-binaire (of) intersekse personen. Door dit soort uitsluitende taal te vermijden en nieuwe vormen te bedenken, worden je taal-uitingen dus inclusiever.
Onderscheid in gender/geslacht
Mannelijkheid en vrouwelijkheid biedt sowieso een talige uitdaging: onze taal is ingedeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Denk maar aan woorden als ‘vader’ en ‘moeder’, met het neutrale alternatief: ‘ouder’. Bij ‘oom’ of ‘tante’ is er echter géén neutraal alternatief. Bij beroepen worstelen we nog vaak tussen de twee versies: schrijver of schrijfster, chauffeur of chauffeuse, directeur of directrice? De mannelijke versie lijkt dan vaak ‘neutraal’ en de vrouwelijke versie benadrukt juist weer het vrouw-zijn. Voor ‘broer’ of ‘zus’ kunnen we spieken bij andere talen: in het Engels heb je het woord sibling, wat een genderneutraal woord is. Ook in het Duits is het woord Geschwister gebruikelijk, hoewel dat vooral in het meervoud gebruikt wordt.
Racistisch of discriminerend taalgebruik
Kranten stoeien nog vaak met de vraag: schrijven we taal zoals die gebezigd wordt, ook als dat racistisch of homofoob is, of nemen we een voorbeeldrol aan? Sommige woorden zijn inmiddels maatschappelijk gezien not done, maar als ze dan toch gebruikt worden, zoals in racistische appjes die in opspraak zijn: citeer je ze dan, met het risico het kwetsende woord in gebruik te houden? Of censureer je het, als statement?
Validistisch of verwarrend taalgebruik
Validisme is de Nederlandse vertaling van het Engelse woord ableism, wat de discriminatie van mensen met een beperking betekent. Scheldwoorden kunnen vaak validistisch zijn, denk aan het schelden met ziektes of afwijkingen. Maar ook het beschrijven van iets wat afwijkt kan je op een validistische manier doen (denk aan het woord ‘gestoord’ of ‘achterlijk’) terwijl er ook prima alternatieven zijn die niet verwijzen naar de pijnlijke manier waarop mensen met een mentale beperking worden omschreven. Ik noem de woorden nu wel bewust, omdat ik wil laten zien dat dit soort woorden validistisch zijn terwijl ze nog erg gebruikelijk zijn. Persoonlijk merk ik dat ik vaak nog moeite heb deze woorden te vermijden. Ruimte voor verbetering dus!
Taalgebruik kan echter ook verwarrend zijn. Wil je écht toegankelijk schrijven voor iedereen, dan zorg je dat je op B1-niveau schrijft. Dat is het niveau dat 80% van de Nederlanders goed begrijpt en prettig leesbaar vindt. Heel eerlijk: deze tekst voldoet daar niet aan. B1-taalniveau houdt namelijk in dat je korte zinnen, eenvoudige woorden en ondubbelzinnige taal gebruikt. Woorden als validistisch, non-binair of diversiteit zijn dus, ironisch genoeg, niet inclusief. Niet toegankelijk voor laaggeletterde personen of personen met een taalachterstand. Ook neurodiverse mensen zoals mensen met autisme, dyslexie of ADHD kunnen moeite hebben met het begrijpen van teksten op B2, C1 of C2 niveau. Inclusief taalgebruik is dus lang niet altijd even toegankelijk.

Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden
In het Frans zijn alle zelfstandig naamwoorden nog ingedeeld in mannelijke (lidwoord: le) en vrouwelijke (la) woorden. In het Nederlands hebben we dat van oudsher ook, maar bij ons is die tweedeling al niet meer zo duidelijk. “De-woorden” zijn van oorsprong mannelijk óf vrouwelijk, terwijl “het-woorden” onzijdig zijn. In het Engels is het lekker makkelijk: daar hebben ze alleen maar het lidwoord “the”. Dat is dus al hartstikke inclusief!
Persoonlijke voornaamwoorden
De Engelse taal heeft in een ander opzicht ook een voorsprong op ons. Zij hebben namelijk al lang het persoonlijk voornaamwoord “they” als alternatief voor “he” en “she”, als de genderidentiteit van de betreffende persoon niet (duidelijk) mannelijk of vrouwelijk is. Ook in Zweden werd een non-binair alternatief voornaamwoord bedacht. Naast ‘hon’ (zij) en ‘han’ (hij) is sinds 2014 het woord ‘hen’ opgenomen in de officiële woordenlijst. Al in 1966 was dit woord daar in het leven geroepen. Je ziet dat na jaren van ongemak en spot het woord de laatste jaren toch echt in gebruik begint te raken. In hun navolging is er sinds enkele jaren hier in Nederland ook het persoonlijk voornaamwoord “hen” in gebruik. Ook “die” kan gebruikt worden voor mensen die non-binair (dus niet man of vrouw) zijn. Het is dan ook helemaal niet vreemd om bij een voorstelrondje even naar elkaars persoonlijke voornaamwoorden te vragen. Het is even wennen, maar dan kunnen ook wij dit gebruiken om iedereen op de gewenste manier te omschrijven en niemand buiten te sluiten. (Lees hier meer over: Geen man of vrouw? Dan ben je voortaan een ‘hen’ – De Correspondent)
Voorbeelden:
Hij/zij/hen/die loopt op straat.
Jij vindt hem/haar/hen/die toch leuk?
Heeft hij/zij/hen/die wel genoeg gegeten?
Dat is zijn/haar/hun/diens fiets.
Gender, kleur, fysieke & mentale gezondheid, neurodiversiteit, religie…
Niet alleen mensen die zich niet als man of als vrouw identificeren zijn gebaat bij inclusief taalgebruik. Denk eens aan mensen met een andere huidskleur of afkomst dan jijzelf, mensen met een fysieke of mentale beperking, neurodiverse mensen (zoals mensen met autisme) of een andere religie dan die van jou. Is jouw tekst ook geschikt voor hen? Gebruik je woorden die hen aanspreken of juist buitensluiten?
Naast de termen die je gebruikt om bepaalde mensen te omschrijven zijn er ook andere uitdrukkingen en woorden die je eens onder de loep kunt nemen. Het hoeft natuurlijk niet, maar besef dan wel dat je (onbewust) mensen uit kunt sluiten of niet bereikt.
Wat wil jij uitstralen en wie wil je bereiken?
Schrijf jij voor een bedrijf dat vooral hoog-(of theoretisch) opgeleide, witte, cisgender heteromannen wil bereiken die geen enkele fysieke of psychische beperking hebben? Daar kun je voor kiezen. Gebruik je traditionele teksten met taal die niet al te vernieuwend is en je zult je doelgroep prima bereiken.
Wil je echter een breder klantenbestand of bedrijfsprofiel opbouwen en ook mensen die niet in de heersende bevolkingsgroep vallen, bereiken? Zie je in dat ook in jouw doelgroep wel eens genderdiversiteit of neurodiversiteit kan bestaan? Of wil je bijdragen aan de emancipatie en gelijkwaardigheid van gemarginaliseerde groepen? Probeer dan eens je taalgebruik onder de loep te nemen. Het is even wennen, maar het zal je mooie inzichten opleveren en je kunt zo nóg meer mensen van dienst zijn met wat jij te bieden hebt.
Inclusief taalgebruik: hoe dan?
In de komende tijd zal ik regelmatig blogs posten met tips voor inclusief taalgebruik.
- Waarom het woord “wit” gepaster is dan “blank”, om mijn huidskleur te beschrijven;
- Waarom taal soms niet alles is (de connotatie kan namelijk veel invloed hebben op de betekenis van een woord);
- Wat B1-taalniveau inhoudt en hoe je het toepast;
- Het verschil tussen toegankelijk en inclusief taalgebruik;
- Ik ga dieper in op het alternatief voor hij of zij: hen/die;
- Wat is neurodiversiteit en hoe houd je hier rekening mee met je taalgebruik?
- Waarom je beter ‘trans persoon’ kan zeggen in plaats van ’trans’ of ‘transpersoon’;
- En wat kun je doen om je webpagina’s zo toegankelijk mogelijk te maken, afgezien van taalgebruik?
Er volgen vast nog meer ideeën! Heb je nog specifieke vragen over inclusieve taal, of twijfel je of je een woord goed gebruikt? Laat het me weten, dan zoek ik het voor je uit en help ik je uit de spreekwoordelijke brand!
Noot voor de grammar-nazi’s en taalpuristen
Tot slot: taal verandert elke dag en je ziet nu in de samenleving dat er wat meer bewustwording ontstaat. Dat betekent dat we met zijn allen nog zoekende zijn naar passende termen, woorden en omschrijvingen van nieuwe situaties of situaties die genormaliseerd mogen worden. Fouten maken is daarin onontkoombaar en ook heel belangrijk! Laat je bij het uitproberen van nieuwe taalvormen niet weerhouden door de angst om fouten te maken. Door elkaar te wijzen op andere mogelijkheden, betere, inclusievere versies van taal, leren we steeds beter luisteren en ons taalgebruik aanpassen. Daarbij vind ik het zelf belangrijk om voornamelijk te luisteren naar de groepen waar je het over hebt. Hoe wil jij graag omschreven worden? Hoe praat jij over je huidskleur, je beperking, je gender of je familie? Ook binnen groepen kunnen meningsverschillen zijn en verschillende voorkeuren. Er is daarom geen goed of fout, maar met de goede intenties en de bereidheid tot aanpassingen kom je een heel eind. Dat is het mooie van taal: er zijn regels, maar wat mij betreft is het vooral een middel om een doel te bereiken en mag het daardoor ook flexibel ingezet worden.
Meer leren?
Volg mijn sociale media (Instagram, Facebook en LinkedIn) of deze website om te zien wat ik nog meer ga schrijven en delen over inclusief taalgebruik.
Kan ik je helpen? Ik verzorg graag een webinar, workshop of training op maat of help als tekstschrijver of redacteur bewustwording te creëren. Zo help ik jou(w organisatie) inclusiever communiceren! Neem contact op voor de mogelijkheden.
Zelf volg ik vooral op Instagram diverse accounts die content delen over zaken die met inclusiviteit, activisme, emancipatie en feminisme te maken hebben. Veel van die accounts hebben ook andere sociale mediakanalen of websites. Enkele tips:
@Nanoahh van de @genderkwiebus podcast – over gender
@Marketingvrouw – over racisme, seksisme & validisme, diversiteit & inclusie, ondernemerschap, duurzaamheid, ouderschap en autisme
@fmnstplatform – over intersectioneel feminisme en seksisme
@the_blackarchives – over racisme en kolonialisme
@bigvegansister – over veganisme, body positivity, antivalidisme, leven met chronische ziekte
@corporatequeer – over LHBTQI+ op de werkvloer, inclusiviteit
@zeikschrift – over intersectioneel feminisme
@nienkeschuit – over communicatie in de politiek
@withuiswerk – over wat te doen tegen racisme
@oneworldnl magazine – over diverse maatschappelijke thema’s
@jameelajamilofficial – over de invloed van de media op ons vrouwbeeld
@damnhoneyhetboek – van de podcast (Damn Honey) en boeken over shit waar je als vrouw van deze tijd mee moet dealen
@womeninc – over gelijke kansen voor iedereen, ongeacht gender en sekse
@stichting_lezen_en_schrijven – over toegankelijke taal voor laaggeletterden
@stichtingswom – over studeren en werken op maat, voor young professionals met een beperking
@decorrespondent – onderzoeksjournalistiek over maatschappelijke thema’s die de waan van de dag overstijgen
@inclusiespecialist – informatieve posts, training, advies & begeleiding op gebied van inclusie
Geef een reactie