Neurodiversiteit en communicatie

In mijn blogs over inclusieve taal heb ik het eerder gehad over genderdiversiteit, het LHBTIQ+ alfabet, wit versus blank en toegankelijke taal. Dit is slechts een handjevol onderwerpen die belangrijk zijn als je je met inclusie bezighoudt. We blijven leren en ontwikkelen over de verschillende diversiteitskenmerken van de mens en onze doelgroepen. In deze blog wil ik het hebben over neurodiversiteit. Wat is het, en hoe houd je er met je taalgebruik en communicatie rekening mee?
Wat is neurodiversiteit?
Met neurodiversiteit bedoelen we de verschillende manieren waarop hersenen informatie (prikkels) verwerken. Daarbij zijn neurotypische mensen in de meerderheid. De maatschappij is grotendeels op hen ingericht. Neurodivergente mensen wijken af van die ‘norm’ en hebben vaak (maar niet altijd) diagnoses zoals Autisme Spectrum Stoornis, AD(H)D, dyslexie, dyscalculie, HSP, hoogbegaafd, TOS, Gilles de la Tourette, bipolariteit en meer. Neurodivergente mensen vormen ongeveer 15% van de Nederlandse bevolking en het is waarschijnlijk dat het meer is, omdat niet iedereen een officiële diagnose heeft.
Deze manier van kijken naar wat ook wel ‘stoornissen’ of ‘afwijkingen’ werden genoemd, doet meer recht aan de verschillende eigenschappen, kwaliteiten en ervaringen van neurodiverse mensen. Een inclusieve kijk op neurodiversiteit zal erkennen dat het onmogelijk en onwenselijk is dat alle mensen moeten voldoen aan een standaard die is gemaakt voor en door neurotypische mensen. Denk aan leren op school, omgaan met anderen, vrijetijdsbesteding en werkdagen: iedereen heeft hierin andere behoeften, kwaliteiten en zwaktes, maar toch zijn er bepaalde normen waaraan we iedereen proberen te laten voldoen. Vijf dagen per week school, leren terwijl je stilzit, werk van 9 tot 5 met vaste pauzes, feestjes, sporten, het uiten en interpreteren van emoties, dit zijn zaken die voor veel neurodivergente mensen niet hetzelfde zijn als voor neurotypische mensen, en soms zelfs onmogelijk.
Taal voor neurodivergente mensen
Met het besef dat niet elk brein hetzelfde werkt, dat sommige mensen binnen jouw doelgroep wellicht dyslectisch, autistisch of hoogsensitief zijn, komt de uitdaging daar rekening mee te houden. Maar hoe?
Persoonlijk zit ik ook op het neurodivergente spectrum. Een duidelijke websitestructuur (menu), kopjes in een tekst en rust op een website helpen mij te vinden wat ik zoek. Een website of tekst die niet doet wat die belooft (bijvoorbeeld kopjes die niet aansluiten bij de inhoud, of een Google search die op een irrelevante pagina uitkomt) kan mij enorm frustreren. Teksten met jargon, of slechte gebruiksaanwijzingen zorgen ervoor dat ik vastloop, wegklik, opgeef. Van een mooie roman kan ik dan weer enorm genieten! Misschien ben ik daarom wel tekstschrijver geworden.
Toegankelijk
Ten eerste is het belangrijk dat je je boodschap zo toegankelijk mogelijk overbrengt. Denk aan B1-taalgebruik. Korte zinnen, eenvoudige woorden, zo direct en letterlijk mogelijk. Dit soort taal is voor de meerderheid van de lezers het meest prettig. De één houdt wel van een metafoor hier en daar, terwijl de ander (bijvoorbeeld iemand met autisme) er totaal van in de war raakt.
Toegankelijkheid gaat niet alleen over de eenvoud van je zinnen. Sommige mensen hebben TOS (een taalontwikkelinsstoornis) of dyslexie en voor hen kan lezen überhaupt te veel gevraagd zijn. Daarbij zijn veel neurodivergente mensen beelddenkers. Zij zullen dus eerder interesse tonen in afbeeldingen, infographics of video’s. Denk bij taal dus ook aan beeldtaal, en geluid. Een voorleesfunctie voegt ook veel waarde toe. Zowel voor mensen met een visuele beperking als voor mensen die moeite hebben met lezen kan dit een oplossing zijn. Maar denk ook aan mensen die tijdelijk moeite hebben met het verwerken van informatie, bijvoorbeeld door een depressie of andere psychische aandoening.

Uiterlijk van de ‘tekst’
Ook met het uiterlijk van een tekst (of het nu een website, boek, magazine of brochure is) kan je veel bereiken. Een knallende website met veel bewegend beeld, felle kleuren en doorklikmogelijkheden is voor neurotypische mensen misschien leuk. Maar voor iemand met autisme is het een reden om zo snel mogelijk weg te klikken. Ook iemand met AD(H)D of een hoogsensitief persoon zal hier al snel klaar mee zijn. Hetzelfde geldt voor een website zonder afbeeldingen, met alleen maar grote lappen tekst.
Ook hierbij geldt: houd je rekening met neurodivergente mensen, dan zijn de meeste neurotypische mensen daar ook mee gediend. Duidelijke structuur, een goede afwisseling van beeld en tekst, niet te lange teksten, eventuele video- of geluidsfragmenten ter verduidelijking, opsommingen en infographics maken jouw boodschap toegankelijk. Denk ook aan de leesbaarheid van je tekst: zorg voor een leesbaar lettertype (bij voorkeur zonder schreef) in een kleur die voldoende contrast heeft met de achtergrond.
Authentiek en doelgericht
Mag je dan helemaal geen hippe kleuren, bloemrijke taal of vliegende elementen toevoegen? Natuurlijk wel, maar houd je doel voor ogen. Je wil als merk herkenbaar en aansprekend zijn voor jouw doelgroep, én jouw boodschap overbrengen. Dan zul je misschien wat concessies moeten doen in je ‘aankleding’, maar je kunt al je creativiteit kwijt in het tegemoetkomen van de neurodiverse gebruikers. Doe het op een manier die past bij jouw organisatie. Een goede (web)designer zal jouw website of drukwerk een passend kleurenpallet en ontwerp kunnen geven dat jouw doelgroep aanspreekt. Ook kun je ervoor kiezen om verschillende versies van je tekst te maken, om uit te testen welke het beste aanslaan of om verschillende subgroepen binnen je doelgroep te bereiken.
Loop je nog tegen uitdagingen aan in je communicatie naar je klanten of medewerkers toe op dit gebied? Laat het me weten. Ik denk graag met je mee. Als tekstschrijver lever ik inclusieve teksten, vrij van stereotypes en bewust van nuances en maatschappelijke connotaties. Ook geef ik workshops en webinars waarmee ik je aan het denken zet én je inspireer om praktisch aan de slag te gaan binnen jouw organisatie.